bindmiddel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bindmiddel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bind·mid·del

Woordherkomst en -opbouw

• Samengesteld uit bind- en middel.

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bindmiddel	bindmiddellen
verkleinwoord	bindmiddeltje	bindmiddeltjes

Zelfstandig naamwoord

bindmiddel o

1. een stof die een vloeistof een stevigere, vastere consistentie verleent

Vertalingen

    1.   

Engels: binder (en)

Spaans: aglutinante (es) m, excipiente (es) m

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.