Snethlages mierpitta

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  Snethlages mierpitta    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• Sneth·la·ges mier·pit·ta

Woordherkomst en -opbouw

• eponiem, vaste verbinding van de bezitsvorm van Snethlage (Emilie Snethlage, bioloog, natuuronderzoeker, ornitholoog, (1868-1929)) en  mierpitta zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	Snethlages mierpitta	Snethlages mierpitta's
verkleinwoord	Snethlages mierpittaatje	Snethlages mierpittaatjes

Zelfstandig naamwoord

de Snethlages mierpitta v / m

1. (zangvogels) Hylopezus paraensis  een zangvogel uit de familie Grallariidae . Deze soort wordt ook wel beschouwd als ondersoort van de roodflankmierpitta, onder andere door BirdLife International . Deze soort is endemisch in westelijk en zuidelijk amazonisch Brazilië

Hyperoniemen

• zangvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'Snethlages mierpitta' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.