Noord-Molukse pitta
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- Noord-Mo·luk·se pit·ta
Woordherkomst en -opbouw
- verbinding van Noord-Molukse en pitta
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Noord-Molukse pitta | Noord-Molukse pitta's |
verkleinwoord | Noord-Moluks pittaatje | Noord-Molukse pittaatjes |
Zelfstandig naamwoord
- (zangvogels) Erythropitta rufiventris een vogelsoort uit de familie van pitta's (Pittidae). Deze pitta wordt ook wel als een ondersoort van de Filipijnse pitta of roodbuikpitta (Erythropitta erythrogaster sensu lato) opgevat. Deze pitta heeft een helderrode achterhals en is verder dofbruin op de kop en bovendien groener op de rug dan de Filipijnse pitta. Verder verschilt de vogel uiterlijk weinig van deze soort. Het is een endemische vogelsoort van Noord-Molukken (Indonesië)
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'Noord-Molukse pitta' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.