Leeuwarder

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  Leeuwarder    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• Leeu·war·der

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van Leeuwarden met het achtervoegsel -er

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	Leeuwarder	Leeuwarders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Leeuwarder m

1. (demoniem) een inwoner van Leeuwarden, of iemand afkomstig uit Leeuwarden

Verwante begrippen

Demoniemen bij Leeuwarden in het Nederlands
inwoner: Leeuwarder • inwoonster: Leeuwardense • bijvoeglijk: Leeuwardens, Leeuwarder

	stellend
onverbogen	Leeuwarder
verbogen	-

Bijvoeglijk naamwoord

Leeuwarder

1. (demoniem) op Leeuwarden betrekking hebbend

Synoniemen

• Leeuwardens

Gangbaarheid

• Het woord Leeuwarder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.