Grauers breedbek
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- Grau·ers breed·bek
Woordherkomst en -opbouw
- verbinding van Grauers en breedbek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Grauers breedbek | Grauers breedbekken |
verkleinwoord | Grauers breedbekje | Grauers breedbekjes |
Zelfstandig naamwoord
de Grauers breedbek m
- (zangvogels) Pseudocalyptomena graueri een zangvogel uit de familie Eurylaimidae (breedbekken en hapvogels). Deze soort komt voor in het Itombwe-gebergte van oostelijk Congo-Kinshasa en zuidwestelijk Oeganda
Hyperoniemen
- breedbekken en hapvogels, schreeuwvogels, zangvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'Grauers breedbek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.