Ariër
Uiterlijk
- Ari·er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Ariër | Ariërs |
verkleinwoord | - | - |
de Ariër m
- (geschiedenis) een lid van de Ariërs die zich ruim 5000 jaar geleden zouden hebben gevestigd in het huidige Iran en omstreken.
- Darius de Grote (koning van Perzië) noemt in een van zijn inscripties zijn dynastie Arisch van afkomst.
- (geschiedenis) In Europa een negentiende-eeuwse aanduiding voor een lid van de Indo-Germanen (Indo-Europees sprekende Indiërs of Iraniërs) die enige duizenden jaren voor het begin van onze jaartelling Europa vanuit het oosten bevolkten.
- (geschiedenis) (politiek) tijdens het nationaalsocialisme aanduiding van een lid van een fictieve (superieure) rasgroep en vervolgens verengd tot de betekenis: blanke niet-jood
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord Ariër staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.