Antarctische stormvogel
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- An·tarc·ti·sche storm·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
- verbinding van Antarctische en stormvogel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Antarctische stormvogel | Antarctische stormvogels |
verkleinwoord | Antarctisch stormvogeltje | Antarctische stormvogeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de Antarctische stormvogel m
- (buissnaveligen) Thalassoica antarctica een vogel uit de familie van de stormvogels en pijlstormvogels (Procellariidae). Het is een zeevogel van het zuidpoolgebied die broedt op sneeuwvrije rotsen van het vasteland van Antarctica
Hyperoniemen
- stormvogels en pijlstormvogels, buissnaveligen, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'Antarctische stormvogel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.