stormvogel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

stormvogel
Uitspraak
Woordafbreking
  • storm·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stormvogel stormvogels
verkleinwoord stormvogeltje stormvogeltjes

Zelfstandig naamwoord

de stormvogelm

  1. (buissnaveligen) benaming voor zeevogels uit de familie Procellariidae op Wikispecies
     Gebeurt er niets, dan is de tristan-albatros over enkele tientallen uitgestorven, voorspelt de onderzoeker. Hetzelfde lot wacht daarna de atlantische stormvogel en de macgillivray- of fiji-stormvogel.[3]
     Ecoloog Jan Andries van Franeker doet al veertig jaar onderzoek naar de maaginhoud van Noordse stormvogels. Het aantal korrels dat hij vindt in de magen van dieren neemt af, maar volgens hem nog niet snel genoeg.[4]
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. stormvogel op website: Etymologiebank.nl
  3. Bronlink geraadpleegd op 11 december 2021 Weblink bron “Reuzenmuizen eten miljoenen kuikens op afgelegen eiland” (22-10-2018), NOS
  4. Bronlink geraadpleegd op 11 december 2021 Weblink bron
    Hannah Cammeraat en Daniël Heeringa
    “Miljoenen plastic korrels belanden in de natuur, wie ruimt ze op?” (16-01-2020), NOS