-itis
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Huidig bestand |
---|
60 |
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | -itis | -itissen |
verkleinwoord | -itisje | -itisjes |
Achtervoegsel
- (medisch) ontsteking van het deel van het lichaam dat het grondwoord noemt
- (pejoratief) denkbeeldige ziekte, die vaak een overmaat van het grondwoord uitdrukt, zoals "regulitis": te veel regulering of "vergaderitis": te veel vergaderingen
Hyponiemen
|
Gangbaarheid
- Het woord '-itis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.