-atrice

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Huidig
bestand
35
Uitspraak
Woordafbreking
  • -a·tri·ce
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Frans (daarvoor van de Latijnse uitgang -rix)
enkelvoud meervoud
naamwoord -atrice -atrices
verkleinwoord -atricetje
-atriceje
-atricetjes
-atricejes

Achtervoegsel

-atrice v

  1. ter vorming van vrouwelijke persoonsnamen naast mannelijke persoonsnamen op -eur
  • met een werkwoord als grondwoord dan
  1. de vrouw die de genoemde handeling verricht (b.v. administratrice) of
  2. instrument of ander middel waarmee de in het grondwoord genoemde handeling wordt verricht b.v. generatrice
Verwante begrippen
Hyponiemen

Gangbaarheid