toezicht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·zicht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord toezicht -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het toezichto

  1. het in de gaten houden, het letten op
     Rijkswaterstaat heeft de Ketheltunnel in de A4 bij Schiedam vanochtend rond 06.45 uur in beide richtingen afgesloten. Door ziektegevallen waren er geen mensen om toezicht op de tunnel te houden.[2]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 16 mei 2022 Weblink bron “Ketheltunnel dicht tijdens ochtendspits vanwege ziekmeldingen, inmiddels weer open” (16 mei 2022), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be