verificatie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ve·ri·fi·ca·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verificatie verificaties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de verificatiev

  1. onderzoek naar de juistheid of echtheid van iets
  2. (juridisch) gerechtelijke deugdelijkverklaring van vorderingen op een failliete boedel
  3. (juridisch) burgerlijk geding over de echtheid of onechtheid van geschriften
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen