toetsinstrument

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toets·in·stru·ment
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord toetsinstrument toetsinstrumenten
verkleinwoord toetsinstrumentje toetsinstrumentjes

Zelfstandig naamwoord

het toetsinstrumento

  1. (muziekinstrument) muziekinstrument dat is voorzien van een of meer toetsenborden om de gewenste tonen tot klinken te brengen
    • Klavecimbel, orgel, piano zijn typische toetsinstrumenten. 
Hyperoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid