omtoveren

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·to·ve·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omtoveren
toverde om
omgetoverd
zwak -d volledig

Werkwoord

omtoveren

  1. overgankelijk iets een geheel andere vorm of functie geven
    • De gifbelt werd gesaneerd en omgetoverd tot een natuurgebied. 
    • De kleurige lichtreclames die onze grote steden 's avonds omtoveren tot een sprookjesland, zijn glazen buizen, gevuld met een zeer verdund gas, en waar een elektrische ontlading door gaat.[1] 
    • Het Utrechtse TivoliVredenburg wordt die week omgetoverd tot het Serious Request-hoofdkwartier. Ook vanuit die plek, met een radiostudio, krijgen de zwervende en onderweg radio makende presentatoren opdrachten ingefluisterd. [2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Bron: Marcel Minnaert
    De natuurkunde van 't vrije veld.
    Deel I. Licht en kleur in het landschap.
    W.J. Thieme, Zutphen 1937
  2. Tubantia Gudo Tienhooven 24-09-18 3FM stopt met Het Glazen Huis, Serious Request wordt barre voettocht
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be