hoaxen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van hoaxen
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		hoaxen			te hoaxen
	toekomend		zullen hoaxen			te zullen hoaxen
voltooid	tegenwoordig		gehoaxt			te gehoaxt
	toekomend		gehoaxt zullen			gehoaxt te zullen
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	hoaxend		gehoaxt			ev. hoax	mv. verouderd hoaxt	hoaxe
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	hoax	hoaxt	hoaxt	hoaxt	hoaxt	hoaxen	hoaxen	hoaxen
verleden (o.v.t.)	hoaxte	hoaxte	hoaxte	hoaxte	hoaxte	hoaxten	hoaxten	hoaxten
toekomend (o.t.t.t.)	zal hoaxen	zult/zal hoaxen	zult/zal hoaxen	zult hoaxen	zal hoaxen	zullen hoaxen	zullen hoaxen	zullen hoaxen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou hoaxen	zou hoaxen	zou(dt) hoaxen	zoudt hoaxen	zou hoaxen	zouden hoaxen	zouden hoaxen	zouden hoaxen
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij