handler
Niet te verwarren met: Händler |
Deens
Uitspraak
Woordafbreking
- hand·ler
Naar frequentie | 569 |
---|
Werkwoord
handler
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van handle
Zelfstandig naamwoord
handler
- nominatief onbepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van handel
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- hand·ler
Woordherkomst en -opbouw
- Zelfstandig naamwoord: naamwoord van handeling van het Noorse werkwoord handle met het achtervoegsel -er
Naar frequentie | 709 |
---|
Werkwoord
handler
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van handle
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | handler | handleren | handlere | handlerne |
genitief | handlers | handlerens | handleres | handlernes |
Zelfstandig naamwoord
Synoniemen
- [1-2]: handelsmann
- [1-2]: kjøpmann
Afgeleide begrippen
Categorieën:
- Woorden in het Deens
- Woorden in het Deens van lengte 7
- Woorden in het Deens met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Werkwoordsvorm in het Deens
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Deens
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 7
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Achtervoegsel -er in het Noors
- Werkwoordsvorm in het Noors
- Zelfstandig naamwoord in het Noors
- Beroep in het Noors