gitter

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈgitəɾ /

Woordafbreking

• git·ter

Woordherkomst en -opbouw

• Ontleend aan het Duitse zelfstandige naamwoord Gitter

Naar frequentie	13315

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	gitter	gitret gitteret	gitre gitter	gitra gitrene
genitief	gitters	gitrets gitterets	gitres gitters	gitras gitrenes

Zelfstandig naamwoord

gitter, o

1. hek, rooster, tralie
2. (elektrotechniek) stuurrooster
3. (optica) tralie, diffractierooster
4. (scheikunde) kristalrooster

Synoniemen

• [1]: espalier
• [1]: sprinkelverk
• [4]: krystallgitter

Hyperoniemen

• [1]: stengsel

Anagrammen

• greitt

Afgeleide begrippen

[1]: fallgitter [1]: gitterdør [1]: gitterport [1]: gitterverk [1]: gittervindu

[1]: jerngitter [1]: kjølegitter [1]: rullegitter [1]: stålgitter [2]: styregitter

[4]: ionegitter [4]: krystallgitter [4]: metallgitter [4]: molekylgitter

Uitdrukkingen en gezegden

• [3]: optisk gitter

optisch rooster

Zelfstandig naamwoord

gitter, mv

1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van gitter

Schrijfwijzen

• gitre

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈgitəɾ /

Woordafbreking

• git·ter

Woordherkomst en -opbouw

• Ontleend aan het Duitse zelfstandige naamwoord Gitter

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	gitter	gitteret	gitter	gittera

Zelfstandig naamwoord

gitter, o

1. hek, rooster, tralie
2. (elektrotechniek) stuurrooster
3. (optica) tralie, diffractierooster
4. (scheikunde) kristalrooster

Synoniemen

• [1]: espalier
• [1]: flettverk
• [1]: sprinkelverk
• [4]: krystallgitter

Hyperoniemen

• [1]: stengsel
• [1]: stengsle

Anagrammen

• greitt

Afgeleide begrippen

[1]: gitterdør [1]: gitterport [1]: gitterverk

[1]: gittervindauga [1]: gittervindauge [3]: konkavgitter

[3]: refleksjonsgitter [4]: krystallgitter

Zelfstandig naamwoord

gitter, mv

1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van gitter