derde macht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • der·de macht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord derde macht -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de derde machtv / m

  1. (regering) onafhankelijke rechtspraak, opgevat als een wezenlijk onderdeel van het staatsbestel
     De rechterlijke macht verkeert in een crisis. (…) En als klap op de vuurpijl blijkt de actiebereidheid verrassend groot: men vindt dat de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (NVvR) “machtsmiddelen” moet gebruiken om looneisen kracht bij te zetten. En dat betekent een aardverschuiving voor een beroepsgroep die nog altijd de derde macht vertegenwoordigt in het staatsbestel.[1]
  2. (wiskunde) resultaat van de vermenigvuldiging van een getal met zijn kwadraat
     Het ziet er al zo goed uit: 27. Maar 27 is ook mooi omdat 27=3x3x3 =3³. In woorden: 27 is drie tot de derde macht. Wat moet je je voorstellen bij zo’n derde macht? Een kubus natuurlijk. Eentje waarin 3 vlakjes van 3 bij 3 zijn opgestapeld.[2]
Schrijfwijzen
Synoniemen
Typische woordcombinaties
  • [2] tot de derde macht
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 16 juli 2021 Weblink bron
    Frank Vermeulen
    “"De rechterlijke macht heeft haar eigenbelang te lang verwaarloosd'; Enquête: magistraten ontevreden over loon en relatie met Justitie” (6 september 1991) op nrc.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 16 juli 2021 Weblink bron
    Margriet van der Heijden
    “Een kubieke dag” (27 februari 2016) op nrc.nl op Wikipedia