buitensluiten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bui·ten·slui·ten
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van buiten en sluiten ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
buitensluiten |
sloot buiten |
buitengesloten |
klasse 2 | volledig |
Werkwoord
buitensluiten
- overgankelijk niet binnen een bepaalde kring toelaten
- Die groep is altijd volledig buitengesloten.
- ▸ Goedbedoelde adviezen. Uitgesproken in een kamer waarin menselijke warmte de kou buitensloot.[1]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord buitensluiten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "buitensluiten" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 13
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 2 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %