Dankdag voor Gewas en Arbeid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Dank·dag voor Ge·was en Ar·beid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Dankdag voor Gewas en Arbeid -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Dankdag voor Gewas en Arbeidm

  1. (religie) (protestant) gedenkdag, meestal op de eerste woensdag van november, om God te bedanken voor de oogst en het werk
    • In de Baptistenkerk aan de Hoofdweg zijn deze woensdagmorgen de groepen 6, 7 en 8 van de basisscholen De Blokstoeke en De Fontein bijeen. Want het is Dankdag voor Gewas en Arbeid. En waar in grote delen van Nederland deze christelijke feestdag een vrijwel onbekend fenomeen is geworden, wordt er hier in Westerhaar volop aandacht aan besteed. [1] 
    • De protestantse traditie van Biddag (aan het begin van het seizoen) en Dankdag (aan het eind van het seizoen) voor Gewas en Arbeid wordt in Westerhaar nog volop in ere gehouden. [2] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen