zwembroekangst
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zwem·broek·angst
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zwembroek zn en angst zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwembroekangst | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de zwembroekangst m
- de vrees dat je lichaam er niet goed genoeg uitziet om je in een zwembroek in het openbaar te vertonen
- ▸ De zomer is officieel al lang begonnen, maar voor velen moet de zomervakantie nog beginnen! Ga jij over een paar weken naar de zon en heb je last van bikinivrees of zwembroekangst? Body & Fit organiseert momenteel een Summer Sale waarbij je voordelig producten kan scoren om snel weer strak in je vel te zitten![1]
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord zwembroekangst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Evelien“Body & Fit Summer Sale: klaar voor de zomer!” (25/09/2008), jouwaanbieding.nl