zittingsdatum

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zit·tings·da·tum
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zittingsdatum zittingsdata
zittingsdatums
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zittingsdatumm

  1. de datum waarop een rechtbank een zaak behandelt
     Woordvoerder Maarten Brouwer van Rechtbank Gelderland bevestigt dat de zaak tegen de gemeente Apeldoorn aanhangig is gemaakt. ,,Verder kan ik er nog niet veel over zeggen, de zittingsdatum is nog niet bekend. Ook de exacte grond van het bezwaar is nog niet duidelijk.’’[1]
     De uitspraak van vandaag betekent ook dat de uitslagen van de dna-vergelijking tussen Delphine, de voormalige koning en Sybille de Selys Longchamps (de moeder van Delphine) binnenkort in de rechtbank bekend zullen worden gemaakt. Wanneer dat gebeurt, is nog onduidelijk omdat er nog geen zittingsdatum is vastgesteld.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Remco Regterschot
    “Gemeente Apeldoorn voor de rechter gedaagd vanwege roetveegpiet” (05-11-2019), Tubantia
  2. Bronlink Weblink bron
    Tom Tates
    “Oud-koning Albert II verplicht tot vaderschapstest in zaak ‘dochter’ Delphine” (13-12-2019), Tubantia