ziekentroost

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zie·ken·troost
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ziekentroost
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ziekentroostm

  1. een bemoediging voor een ziek persoon; geestelijke ondersteuning voor een zieke
     Naast een ziekentroost en een verslag van het levenseinde van Jan de Bakker schreef hij ook een stuk met de titel ”Acolastus” (1529).[3]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. ziekentroost op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Bronlink Weblink bron
    Bart Jan Spruy
    “Wie tegen toneel is, moet op zoek naar betere argumenten” (23-11-2018), Reformatorisch Dagblad