zetten neer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zetten neer (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzɛtə(n) ˈner / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- zet·ten neer
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
neerzetten |
zetten (…) neer
- meervoud tegenwoordige tijd van neerzetten
vervoeging van |
---|
neerzetten |
zetten (…) neer
- meervoud verleden tijd van neerzetten
- Wij zetten neer.
- Jullie zetten neer.
- Zij zetten neer.
- Wij zetten neer.
Gangbaarheid
- Het woord zetten neer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.