zetten buiten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zetten buiten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzɛtə(n) ˈbœytə(n) / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- zet·ten bui·ten
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
buitenzetten |
zetten (…) buiten
- meervoud tegenwoordige tijd van buitenzetten
vervoeging van |
---|
buitenzetten |
zetten (…) buiten
- meervoud verleden tijd van buitenzetten
- Wij zetten buiten.
- Jullie zetten buiten.
- Zij zetten buiten.
- Wij zetten buiten.
Gangbaarheid
- Het woord zetten buiten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.