zetelplaats
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zetelplaats (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ze·tel·plaats
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zetel en plaats zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zetelplaats | zetelplaatsen |
verkleinwoord | zetelplaatsje | zetelplaatsjes |
Zelfstandig naamwoord
- plaats waar een persoon, of een groep personen, zijn zetel heeft
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'zetelplaats' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.