zetangel
Uiterlijk
- zet·an·gel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zetangel | zetangels |
verkleinwoord |
de zetangel m
- (visserij) gereedschap dat men gebruikt voor de paling- en snoekvangst
- (visserij) vishaak die men gebruikt voor de paling- en snoekvangst
- Het woord 'zetangel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zetangel" herkend door:
17 % | van de Nederlanders; |
26 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be