zelfstandig-naamwoordsvorm

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  zelfstandig-naamwoordsvorm    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• zelf·stan·dig-naam·woords·vorm

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  zelfstandig  en  naamwoordsvorm  met koppelteken
• samenstelling van  zelfstandig naamwoord  en  vorm  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	zelfstandig-naamwoordsvorm	zelfstandig-naamwoordsvormen
verkleinwoord	zelfstandig-naamwoordsvormpje	zelfstandig-naamwoordsvormpjes

Zelfstandig naamwoord

zelfstandig-naamwoordsvorm m

1. (grammatica) een verbogen vorm van een zelfstandig naamwoord.

   • De meervoudsvorm, het verkleinwoord en de meervoudsvorm van een verkleinwoord zijn een zelfstandig-naamwoordsvorm. 

Verwante begrippen

• zelfstandig naamwoord, naamwoordsvorm, verkleinwoord

Gangbaarheid

• Het woord 'zelfstandig-naamwoordsvorm' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.