zelfrespect

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zelf·res·pect
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfrespect
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het zelfrespecto

  1. het is het beeld dat een mens of groep op emotioneel niveau van zichzelf heeft, zonder daarbij redelijk of logisch te zijn
    • El Salvador gaf Catalanen zelfrespect terug[1] 
     Maar het was fantasieloos, geestdodend en weinig ondernemend, een soort intellectuele dwerggroei. Met een heel klein beetje zelfrespect zou je grotere visioenen moeten hebben dan dat.[2]
Synoniemen
  1. eigenwaarde, eigendunk

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. NRC Koen Greven 24 maart 2016
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044645149
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be