zeil om

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zeil om
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
omzeilen

zeil (…) om

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omzeilen
    • Ik zeil om. 
  2. gebiedende wijs van omzeilen
    • Zeil om! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omzeilen
    • Zeil je om? 

Gangbaarheid