zegening

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ze·ge·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zegening zegeningen
verkleinwoord zegeningetje zegeningetjes

Zelfstandig naamwoord

de zegeningv

  1. weldaad, gunst
Uitdrukkingen en gezegden
  • zijn zegeningen tellen
kijken welke dingen er juist wel goed zijn gegaan
•  Ik telde mijn zegeningen, overpeinsde de alledaagse moeilijkheden van mijn werk en de onrust in de wereld. [1] 
Anagrammen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors: Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada, 2018
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be