Naar inhoud springen

wreken

Uit WikiWoordenboek
  • wre·ken
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
wreken
wreekte
(wrook of wrak)
gewroken
klasse 4

zwak -t
gemengd

volledig

wreken

  1. overgankelijk een bepaald soort onrecht vergelden door zelf iets vergelijkbaars te doen
    • Hij wil de moord op zijn zoon wreken. 
  2. wederkerend zich ~ persoonlijk ongedaan onrecht vergelden
    • Wacht maar, ik zal me wreken! 
  • Tot in de 17e eeuw was het een klasse 4 werkwoord met verleden tijd wrak- wraken (ook gespeld als wrac). In de 18e eeuw werd een klasse 2 verleden tijd wrook gebruikt die (archaïserend) door Bilderdijk nog gebruikt werd.[3]
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[4]