woordfamilie

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  woordfamilie    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈwortfamili / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• woord·fa·mi·lie

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  woord zn  en  familie zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	woordfamilie	woordfamilies
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

woordfamilie v

1. groep woorden die eenzelfde stam hebben

   • Verwantschap van woorden uit dezelfde woordfamilie wordt regelmatiger in de spelling tot uitdrukking gebracht. Omdat behende en numerieren met Hand en Nummer verwant zijn, verandert de spelling in behände en nummerieren.  
   • „Een woordfamilie”, legt Telling uit, „dat zijn alle woorden die gemaakt worden met dezelfde stam, bijvoorbeeld met ‘werk’: ‘werkster’, ‘werkstuk’, ‘werkloos’, enzovoort. Uit eerder onderzoek blijkt dat woorden die tot een grote woordfamilie behoren, gemakkelijker geleerd en verwerkt worden dan woorden die een kleine familie hebben.  

Vertalingen

    1. groep woorden die eenzelfde stam hebben   

Engels: word family (en)

Gangbaarheid

• Het woord woordfamilie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.