Naar inhoud springen

woonblok

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 14 jun 2019 om 17:26 (→‎top: vervanging sjabloon samenstelling)
woonblok
  • woon·blok
enkelvoud meervoud
naamwoord woonblok woonblokken
verkleinwoord woonblokje woonblokjes

woonblok o

  1. (bouwkunde) een groep aan elkaar vast gebouwde woningen
    • - Sindsdien is de landmacht verder uitgegroeid tot een staat-in-de-staat met een enorme bureaucratie, eigen universiteiten, ziekenhuizen, scholen, muziekkorpsen, dans- en toneelgroepen en dure woonblokken in de grote steden. Generaals met grote industriële en vastgoedbelangen in hun militaire regio’s konden zich decennia permitteren de instructies van de politieke leiding te negeren. [1] 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]
  1. NRC Oscar Garschagen 22 november 2016
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be