witsel
Uiterlijk
- wit·sel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | witsel | |
verkleinwoord |
het witsel o
- stof waarmee men iets wit kan maken
- Het woord witsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "witsel" herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
51 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be