witschouder
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: witschouder (hulp, bestand)
Woordafbreking
- wit·schou·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wit bn en schouder zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | witschouder | witschouders |
verkleinwoord | witschoudertje | witschoudertjes |
Zelfstandig naamwoord
de witschouder m
- (zoötomie) dier met een witte schouder
Afgeleide begrippen
- witschouderbladroller, witschouderdikbek, witschouderelfje, witschouderibis, witschouderkapucijnaap, witschoudermiervogel, witschoudermonjita, witschoudertangare, witschoudervuuroog, witschouderzijdeaapje
Gangbaarheid
- Het woord 'witschouder' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.