witje

Klein geaderd witje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  witje    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• wit·je

Woordherkomst en -opbouw

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	-	-
verkleinwoord	witje	witjes

Zelfstandig naamwoord

witje o dim. tant.

1. (vlinders) een vlinder behorende tot een van de soorten van de Pieridae

   • Witjes zijn een vrij gewone verschijning in de Lage Landen. 

Hyponiemen

• Sneeuwwitje, koolwitje, sneeuwwitje

Vertalingen

    1. vlinder   

Russisch: белянка (ru) v

Zelfstandig naamwoord

het witje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord wit

Gangbaarheid

• Het woord witje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "witje" herkend door:

96 %	van de Nederlanders;
90 %	van de Vlamingen.