wit stamgastje
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- wit stam·gast·je
Woordherkomst en -opbouw
- verbinding van wit en stamgastje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | wit stamgastje | witte stamgastjes |
Zelfstandig naamwoord
het wit stamgastje o dim. tant.
- (vlinders) Denisia albimaculea een vlinder uit de familie sikkelmotten (Oecophoridae). De wetenschappelijke naam is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1828 door Haworth. De soort komt voor in Europa
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'wit stamgastje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.