wintermier
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wintermier (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- win·ter·mier
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van winter zn en mier zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wintermier | wintermieren |
verkleinwoord | wintermiertje | wintermiertjes |
Zelfstandig naamwoord
- (vliesvleugeligen) Lasius mixtus een mierensoort uit de onderfamilie van de schubmieren (Formicinae ). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1846 door Nylander
Hyperoniemen
- kleine schubmieren, schubmieren, mieren, vliesvleugeligen, insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'wintermier' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.