Naar inhoud springen

windpokken

Uit WikiWoordenboek
Een kind met windpokken.
  • wind·pok·ken
enkelvoud meervoud
naamwoord (1. windpok) windpokken
verkleinwoord - -

de windpokkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord windpok
  2. (medisch) infectie met het varicellazostervirus die gepaard gaat met het verschijnen van rode vlekjes op de huid die daarna overgaan in jeukende blaasjes, komt vooral voor als kinderziekte
     Patrick Tonnard: 'Een laser-abrasie of resurfacing met een Erbiumlaser wordt gebruikt om het huidoppervlak te vernieuwen. Deze techniek wordt gebruikt bij rimpels, zonnevlekken of littekens door acne of windpokken.'[2]
   1. zie: waterpokken   
44 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]
  • frequentie in teksten in het Nederlands uit België, op een 7-puntsschaal: [4]
        3
  • frequentie in teksten uit België, vergeleken met die in Nederland, op een 7-puntsschaal: [4]
        6
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Het Laatste Nieuws in:
    Ludo Permentier & Rik Schutz
    Typisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen (2015), Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789059086517, windpokken
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
  4. 4,0 4,1
    Ludo Permentier & Rik Schutz
    “Typisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen” (2015), Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789059086517, windpokken