wijdbal
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wijd·bal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wijd bn en bal zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wijdbal | wijdballen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (sport) bij het honkbal of softbal een door de pitcher (werper) geworpen bal die niet binnen de slagzone valt en waar door de slagman niet op wordt geslagen
- ▸ Hij wordt ook weleens gefopt door de catcher, oftewel de speler recht voor hem die de ballen van de werper vangt. Een goede speler weet met een handige polsbeweging een wijdbal zo te vangen dat het slag lijkt. Het is iets dat hij als oud-catcher wel kan waarderen.[2]
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord wijdbal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "wijdbal" herkend door:
40 % | van de Nederlanders; |
25 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Lennart Bloemhof “Slag of geen slag in het honkbal: alleen een robot ziet het (en niet eens foutloos)” (16 juni 2019), de Volkskrant
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden met artikelreferenties
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 40 %
- Prevalentie Vlaanderen 25 %