werk grijs
Uiterlijk
- Geluid: werk grijs (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɛrək ˈɣrɛis / (2 of 3 lettergrepen)
- werk grijs
- uit werk (werkwoord) en grijs (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
grijswerken |
werk (…) grijs
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grijswerken
- Ik werk grijs.
- gebiedende wijs van grijswerken
- Werk grijs!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grijswerken
- Werk je grijs?
- Het woord 'werk grijs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.