wenden af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wen·den af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afwenden |
wenden (…) af
- meervoud tegenwoordige tijd van afwenden
vervoeging van |
---|
afwennen |
wenden (…) af
- meervoud verleden tijd van afwennen
- Wij wenden af.
- Jullie wenden af.
- Zij wenden af.
- Wij wenden af.
Gangbaarheid
- Het woord wenden af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.