wedstrijdzeilen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wed·strijd·zei·len
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wedstrijdzeilen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het wedstrijdzeileno [1]

  1. (sport) competitief varen in een zeilboot
     "Dit is een lang gekoesterd doel. Ik wil op het hoogste niveau in deze sport actief zijn", vertelt Bes. "Naast de Olympische Spelen is deze race een van de hoogtepunten in het wedstrijdzeilen. Dag in, dag uit volop racen, is enorm uitdagend."[2]
     De jongeman was theoretisch zeer goed op de hoogte, zo bleek, hij moest alles hebben gelezen wat er te vinden was over wedstrijdzeilen.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 4 augustus 2022 Weblink bron “Olympisch zeilster Bes maakt debuut in Ocean Race” (Maandag 15 mei 2017), NOS
  3. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044628142