wedervinden

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • we·der·vin·den
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

wedervinden [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
wedervinden
vond weder
wedergevonden
klasse 3 volledig
  1. opnieuw terugvinden en herkennen
     Beminnen is: een zich in elkaar verliezen en wedervinden van twee geestelijke wezens, die als zelfbewustzijn niet slechts voor zich, maar tevens voor elkaar zijn.[2]
     Zo is het mogelijk dat twee mensen zich in elkaars blik verliezen en wedervinden.[2]


Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. 2,0 2,1
    Jan Valentijn Meininger
    “Vertoog over de liefde” (1987), Het Spectrum op Wikipedia, ISBN 9027418063