wax
Uiterlijk
- wax
- van het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wax | - |
verkleinwoord | - | - |
de wax m
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
vervoeging van |
---|
waxen |
wax
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waxen
- Ik wax.
- gebiedende wijs van waxen
- Wax!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waxen
- Wax je?
- Het woord wax staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
enkelvoud | meervoud |
---|---|
wax | waxes |
wax
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to wax |
he/she/it | waxes |
verleden tijd | waxed |
voltooid deelwoord |
waxed |
onvoltooid deelwoord |
waxing |
gebiedende wijs | wax |
wax
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 3
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Werkwoord in het Engels