Naar inhoud springen

waterpeil

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 13 jun 2019 om 05:25 (→‎top: vervanging sjabloon samenstelling)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·ter·peil
1 enkelvoud meervoud
naamwoord waterpeil -
verkleinwoord - -
2 enkelvoud meervoud
naamwoord waterpeil waterpeilen
verkleinwoord waterpeiltje waterpeiltjes
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

waterpeil o

  1. de hoogte van het water, de waterhoogte
    • Het waterpeil is momenteel erg laag. 
  2. een instrument om de waterhoogte te meten
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be