watergolf
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wa·ter·golf
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van water en golf
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | watergolf | watergolven |
verkleinwoord | watergolfje | watergolfjes |
Zelfstandig naamwoord
- een golf aan het wateroppervlak
- een haargolving die kunstmatig is aangebracht
Afgeleide begrippen
Vertalingen
2. een haargolving die kunstmatig is aangebracht
Werkwoord
vervoeging van |
---|
watergolven |
watergolf
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van watergolven
- Ik watergolf.
- gebiedende wijs van watergolven
- Watergolf!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van watergolven
- Watergolf je?
Gangbaarheid
- Het woord watergolf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "watergolf" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be