wapenbroeder

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

wapenbroeders van de Irene Brigade
Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·pen·broe·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wapenbroeder wapenbroeders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de wapenbroederm

  1. (militair) maat in het leger
    • Dat was smullen, maar bij het Nationaal Veteraan Treffen werd het nog veel mooier. De jaarlijkse bijeenkomst op het Exercitieterrein in Woerden is, anders dan de naam wellicht doet vermoeden, geen terugkomdag van voormalige wapenbroeders, maar een verzameling van motorisch erfgoed.[2] 
    • De verrassingsaanval van de Taliban werd uit drie richtingen ingezet. Bij de aanvallen werd ook de gevangenis ingenomen. Honderden gevangenen, onder wie veel wapenbroeders van de Taliban, werden bevrijd. Regeringstroepen en politie-eenheden kregen nauwelijks steun van buitenlandse eenheden.[3] 
  2. iemand die dezelfde strijd voert
    • De jury van de Bob den Uyl Prijs roemde Westerman omdat hij "zoekt naar de verhalen achter de propaganda, de oneliners van Twitter en de gehackte sociale media. Schrijvers en journalisten zijn wapenbroeders in de strijd tegen leugen en bedrog."[4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf J. Hendriks 27 september 2016
  3. de Telegraaf 28 september 2015
  4. de Telegraaf 11 juni 2017
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be