wangiwangibrilvogel
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- wan·gi·wan·gi·bril·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wangiwangibrilvogel | wangiwangibrilvogels |
verkleinwoord | wangiwangibrilvogeltje | wangiwangibrilvogeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de wangiwangibrilvogel m
- (zangvogels) Zosterops paruhbesar een zangvogel uit de familie van brilvogels. De vogel werd in 2022 als nieuwe vogelsoort geldig beschreven. De vogel is endemisch op het eiland Wangi-Wangi van de Tukangbasi-eilanden behorend tot het regentschap Wakatobi van Zuidoost-Celebes (Indonesië)
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'wangiwangibrilvogel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.